
Historie
De ’s-Gravenweg bestaat al zo’n duizend jaar. Niet voor niets geldt deze route tussen Gouda en Rotterdam als herkomst van het gezegde: zo oud als de weg naar Kralingen. De weg begon als een waterkering, maar kwam na de aanleg van de Schielandse Hoge Zeedijk in de 13e eeuw binnendijks te liggen. Het omringende land werd geschikt gemaakt voor agrarisch gebruik door het aanwezige veen te ontginnen. Met het afgraven van sloten en kades voor de waterafvoer, ontstond het kenmerkende ‘slagenlandschap’: verkaveling van de grond in smalle, langgerekte stroken. Dit patroon is tot op de dag van vandaag zichtbaar.

“Het landelijke karakter is intact gebleven.”

In 1679 werd de ’s-Gravenweg als één van de eerste wegen in Nederland voorzien van bestrating. De activiteiten in het gebied verschoven van turfwinning naar landbouw, veeteelt en later naar de productie van touwen en zeildoeken voor de scheepsindustrie. Jarenlang gold de ’s-Gravenweg als de langste straatweg van het land. Tot 1857 werd er zelfs tol geheven.
De ANWB heeft de historische waarde van de ’s-Gravenweg voor de nationale infrastructuur onderstreept met de plaatsing van een replica van het eerste Nederlandse verkeersbord. Dit bord bevindt zich op de plek waar de weg in Kralingen overgaat in de Oudedijk. In 1855 werd de derde spoorlijn van Nederland parallel aan de ’s-Gravenweg aangelegd. Op het tracé van dit voormalige spoortraject loopt nu de N219.

De ’s-Gravenweg ligt in de gelijknamige buurtschap, dat deels bij de gemeente Zuidplas hoort en deels bij de gemeente Capelle aan den IJssel. In 1840 telde het buurtschap 38 huizen met 345 bewoners. Inmiddels zijn dat er circa 500, met circa 1200 inwoners. De grootste uitbreidingen stammen van na de Tweede Wereldoorlog. Rondom de ’s-Gravenweg verrezen nieuwbouwwijken, villaparken en vrijstaande woningen. Maar dankzij het behoud van enkele historische boerderijen, open ruimtes en de vele knotwilgen is het landelijke karakter intact gebleven.